Trekkingsrechtensystematiek

De ondernemers gaan zelf over de gewenste aansturing van het budget. In de meeste fondsen wordt gekozen om via een trekkingsrechtensystematiek het geld weer beschikbaar te stellen aan de gebieden en sectoren waar het wordt opgebracht. Ieder winkelcentrum en bedrijventerrein beschikt daarmee over een budget dat nagenoeg gelijk staat aan de eigen inleg. Op steeds meer plekken worden ook gemeentebrede ‘potten’ belegd voor gebiedsoverstijgende activiteiten.

De trekkingsrechtensystematiek is om verschillende redenen ontstaan:

  • Het herverdelen van contant geld naar de gebruikende partijen zou resulteren in een fragmentatie van het fonds in tientallen subfondsen, met alle administratieve en beheersproblemen van dien.
  • Het in een centrale kas houden bevordert de transparantie. Er komt een enkele jaarrekening en verantwoording voor alle bestedingen. Die bestedingen zijn voor iedereen inzichtelijk. Dat zet aan tot samenwerking en onderlinge communicatie, terwijl elke partij toch zijn eigen financiële positie houdt.

  • De gebruikende verenigingen (‘trekkingsgerechtigden’) hoeven geen administratie bij te houden, dat doet het fonds voor hen. De gebruikers kunnen zich concentreren op de inhoudelijke bestedingen.

  • Het fonds is btw-plichtig. Dat betekent dat de btw die op facturen betaald wordt die via het fonds zijn ingediend, de btw kan worden teruggevraagd.

Een indeling in trekkingsrechten is niet voor eeuwig. De indeling moet de dynamiek van de economie en de behoeftes van de ondernemers volgen. Wijzigingen zijn altijd mogelijk, binnen de beperking van praktische werkbaarheid. 

Dan komt de vraag hoe de trekkingsrechtgebieden worden samengesteld. De volgende uitgangspunten zijn aan de orde:

  1. Er wordt gestreefd naar samenwerking in een logisch samenhangend gebied.

  2. Het streven is om de gebieden niet te klein te laten worden.

  3. Verenigingen die over ‘gemengde’ gebieden gaan – combinaties van detailhandel, kantoren en

    industrie of zorg, bijvoorbeeld – houden naar behoren rekening met de pluriformiteit van belangen. Samenwerking van ‘b2b’ (handel, industrie) met ‘b2c’ (detailhandel, horeca, toerisme) wordt zeer toegejuicht, maar in de besteding moeten opinies van alle deelnemers aan bod komen.

  4. Het valt zeer toe te juichen dat er ook een gemeentebreed stuk wordt afgebakend in het fonds. De eerste signalen in Soest zijn dat daar ook belangstelling voor is. Het is dan wel zaak dat een gemeentebreed stuk goed verankerd is bij de trekkingsgerechtigden. De systematiek is er op gericht om zoveel mogelijk betrokkenheid van ondernemers te scheppen. Ook over Soestbrede doelen moeten dus alle betrokken ondernemers mee kunnen praten.

  5. Trekkingsrecht kan opgespaard worden. Partijen die ambitie hebben en een grote investering willen doen, krijgen daartoe de gelegenheid.

    Tekst: Bureau Blaauwberg

    logo_75_1.png

Kennisbank openbaar Overzicht